Rosbief op zijn malst

Rosbief (van het Engelse ‘roast beef’, geroosterd rund) is een groot stuk rundvlees, van de dunne of dikke lende, het staartstuk, de bovenbil, de platte bil, het bloemstuk of de muis. Je beenhouwer levert de rosbief panklaar af, dus zonder zeen, vlies of vet. Rosbief wordt meestal goed gebraden aan de buitenkant, maar nog rood vanbinnen. 
 

 

 

  • Haal de rosbief uit de koelkast en laat op kamertemperatuur komen (zeker een uur vooraf).
  • Neem een (gietijzeren) pan die ongeveer even groot is als het vlees zelf.
  • Kruid het vlees aan de boven- en de onderkant met peper en zout. 
  • Smelt de boter in de pan en zet het vuur hoog.
  • Kleur de rosbief gedurende 2 à 3 minuten langs elke zijde aan.
 

 

  • Zet 10 minuten in de op 220° voorverwarmde oven. Tip: reken op een gaartijd van 25 minuten per kilo vlees.
  • Draai het stuk om en laat nog eens 10 minuten op lagere temperatuur, 160°/180°, garen.
  • Neem uit de oven, laat 5 à 10 minuten rusten in aluminiumfolie.
  • Om zeker te zijn hoe gaar het vlees is, kun je de kerntemperatuur controleren met een keukenthermometer. Bij 48 tot 51°C is het vlees mooi rood, iets gaarder is 51 à 54°C.